Balkan serie

De Balkan serie bestaat uit drie dansen uit voorheen Joegoslavië en vier uit Roemenië. Beide landen kennen een grote verscheidenheid aan dansen, van rustig tot heel pittig! Mannen en vrouwen dansen daar veelal gescheiden van elkaar en ook heel verschillend. De mannen maken grote, stoere bewegingen en tillen de benen hoog op. De vrouwen dansen heel sierlijk met kleine pasjes en veel heupbewegingen (oosterse invloed) en vaak met een sjaaltje!
Onze eerste dans komt uit Servië en heet Poskok, wat springen betekent. Veel Servische dansen worden gekenmerkt door heel snel voetenwerk, waarbij het hele lichaam meebeweegt. Een heel ander soort dans is Vaita n'Elbasan. Deze komt uit Kosovo, dat aan Albanië grenst. Onze laatste dans komt ook uit Servië: Cica Obrenovo kolo (Kolo = dans, Obrenovo = van Obren (een naam), Cica = oude man).

De dansen uit Roemenië komen ook uit verschillende streken. Uit Zuid-Roemenië laten we een heel dynamische dans zien: Vulpiutsa (= het vosje). Voor de naam van de dans is niet altijd een verklaring te vinden, die ligt wellicht in een ver verleden. Uit Transilvanië (N.W. Roemenië) komt de mooie rustige dans Joc in patru (Joc = spel of dans, patru = vier). Oorspronkelijk is de dans voor 4 personen in een gesloten kring, waarbij je rondgaat, zowel heen als terug. Wij maken hier wat variaties op. Het mooie lied dat erbij gezongen wordt gaat over liefdesperikelen.

 

Liedtekst:

 

Rozen met de tak in het water
Zeg aan de koekoek zijn mond te houden
Hij mag niet meer zo mooi zingen
Omdat mijn lieve vriend boos is
En hij is heel diep in gedachten
Sinds wij tweeën gescheiden zijn